Resultaten SKIP-regeling bekend

11 mei 2011
De resultaten van de nieuwe programmeringsregeling SKIP (Subsidie Kleinschalige of Incidentele Programmering) zijn bekend.
Binnen de SKIP zijn drie subsidiecategorieën te onderscheiden, namelijk tot € 5.000 per jaar, van € 5.000 tot € 15.000 en van € 15.000 tot € 25.000 per jaar. Voor 2011 is een totaalbedrag van € 1,5 miljoen beschikbaar. De aanvragen werden getoetst op de kwaliteit van het programmeringsprofiel, op diversiteit en op geografische spreiding.

De SKIP richt zich op een zeer diverse groep aanvragers: van kleine muziekpodia tot grote schouwburgen. De meeste podia die zijn opgenomen binnen de SKIP bevinden zich in Noord en Zuid-Holland, maar met alle provincies vertegenwoordigd kunnen we spreken van een goede landelijke spreiding (zie grafiek).

Het grootste deel van de SKIP-podia programmeert muziek. Daarvan is een belangrijk deel klassieke (kamer)muziek. De muziekprogrammering richt zich in mindere mate op de overige genres, zoals hedendaags, jazz, pop en wereldmuziek. De overige SKIP-podia brengen een gemengd aanbod dat bestaat uit muziek, theater en dans.

De gehonoreerde 172 podia realiseerden in 2010 samen in totaal 3500 voorstellingen en concerten voor circa. 485.000 bezoekers. De SKIP-podia streven naar een toename van het aantal activiteiten van 25% in 2013. De verwachte toename van het aantal bezoekers in deze periode bedraagt ongeveer 38%.

De resultaten van de SRP-regeling (programmeringssubsidie reguliere programmering in theater- en concertzalen worden eind mei verwacht.

Bekijk alle SKIP-toekenningen >
nws.169.kaarten_skip.webp
Marit Törnqvist overhandigt \'Een boek voor jou\' | Beeld: © Annelies van der Vegt
Marit Törnqvist overhandigt 'Een boek voor jou' | Beeld: © Annelies van der Vegt
Nieuws 19 september 2024

Woo-besluit bezoekverslagen

In het kader van de Wet Open Overheid (Woo) publiceert het Fonds Podiumkunsten dit besluit.

Beeld: © Ralph Winedt & Luan Buleshkaj - Distanshá
Beeld: © Ralph Winedt & Luan Buleshkaj - Distanshá
Foto: © Nathalie Hennis
Foto: © Nathalie Hennis